INGREDIËNTEN:
Brood:
250 gram bloem
5 gram zout
1 eetlepel kaneel
10 gram ongezouten roomboter, gesmolten
1 ei
80 ml halfvolle melk, lauwwarm
80 ml water, lauwwarm
4 gram droge gist
1 eetlepel fijne kristalsuiker
Vulling:
50 gram donkerbruine basterdsuiker
50 gram lichtbruine basterdsuiker
1 eetlepel kaneel
75 gram gesmolten roomboter
Afwerking:
Scheutje melk
1 eetlepel grove kaneelsuiker (korrels)
BEREIDING
Doe het lauwwarme water en de melk in een kommetje, voeg de suiker en de gist toe en roer het goed door elkaar. Wacht een paar minuten tot het mengsel begint te schuimen.
Doe de bloem met het zout en de kaneel in een grote kom en meng het goed door elkaar. Maak een kuiltje in het midden. Giet de gesmolten boter, het ei en het gistmengsel in het kuiltje. Roer het geheel met een spatel door elkaar en kneed het vervolgens in 15 minuten tot een soepel deeg.
Doe het deeg in een licht ingevette kom, dek de kom af met een vochtige theedoek of huishoudfolie en laat het deeg op een warme plek ongeveer een uur rijzen.
Stort het deeg op een met bloem bestoven werkblad, druk met je handpalmen de lucht uit het deeg en druk het deeg uit tot een rechthoekige plak.
Maak de vulling. Smelt de roomboter en roer er vervolgens de basterdsuiker en de kaneel doorheen. Smeer de vulling over het deeg, laat de randen vrij.
Rol het deeg vanaf de korte kant op en vorm er een brood van. Leg het deeg met de naad naar beneden in een ingevette broodvorm of op een bakplaat. Bestrijk de bovenkant van het deeg met een beetje melk en strooi de grove kaneelsuiker er overheen. Dek af en laat het deeg nog 30 tot 45 minuten rijzen.
Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius. Bak het brood in ongeveer 30 minuten goudbruin en gaar.
Laat het brood afkoelen op een taartrooster.
Reactie schrijven